Juliette de Swarte 13 november 2024 0 reacties Print Margriet Formanoy (Trimbos Instituut): “Werkstress is niet alleen een kwestie van werk”Als mensen uitvallen op het werk, is de oorzaak verrassend vaak niet het werk zelf. Margriet Formanoy, expert op het gebied van mentale gezondheid, benadrukt dat er vaak andere factoren meespelen. Ze raadt werkgevers aan voortdurend in gesprek te blijven: ‘Hoe zit je in je energie?’ “Bij het Trimbos Instituut zien we werk vooral als een manier om mensen te bereiken. Want: zo’n 70 procent van de Nederlanders werkt. Dat betekent niet dat werk altijd de oorzaak is van stress of mentale klachten. Cijfers tonen aan dat mensen met mentale klachten soms prima functioneren, terwijl anderen zonder aandoening juist uitvallen. Er is dus niet altijd een direct verband tussen werk en mentale gezondheid.” Dat maakt het ook lastiger een oorzaak aan te wijzen als mensen vastlopen. “Wat wij werkgevers duidelijk willen maken, is dat goed kunnen presteren meer vraagt dan een goed georganiseerde werkplek. Problemen thuis hebben vaak invloed op het werk. Het is daarom belangrijk dat werkgevers hier oog voor hebben. De kosten van ziekteverzuim liggen vele malen hoger dan de kosten van vroegtijdige ondersteuning bij mentale klachten.” Hoe kunnen werkgevers weten wat er speelt in het privéleven van hun medewerkers? “Volgens de Arbowet is alles wat het werk beïnvloedt reden voor een gesprek. Een werkgever mag bijvoorbeeld niet direct vragen of iemand depressief is, maar vragen als: ‘Is er iets in je leven dat jouw werk beïnvloedt en waarbij ik kan helpen?’ zijn wel toegestaan. Soms vertelt een medewerker dat hij in de winter somberder is en soms wordt er niets gedeeld. In het laatste geval, wanneer iemand zich herhaaldelijk ziek meldt zonder uitleg, kan dit uiteindelijk gevolgen hebben voor het arbeidscontract.” Zo’n vraag stel je waarschijnlijk pas als iemand vaak absent is? “Precies. Kort, frequent verzuim is vaak een signaal dat er iets speelt. Mensen proberen soms even op adem te komen door een dagje thuis te blijven. Dit kan komen door privéproblemen die zoveel energie kosten dat er op maandagochtend niets meer over is, of bijvoorbeeld door een weekend vol drugsgebruik. Maar het kan ook met het werk te maken hebben. Bijvoorbeeld wanneer iemand structureel te veel werk heeft, continu overbelast wordt, om hulp vraagt, maar die hulp niet ontvangt.” Wat als mensen goed presteren, maar ondertussen wel kampen met problemen? “Neem bijvoorbeeld een jonge vrouw met reuma die dat verzwijgt, uit angst om haar nieuwe baan te verliezen. Ze werkt harder om te compenseren, maar valt uiteindelijk uit. Haar leidinggevende vertelde me dat ze uitzonderlijk goed presteerde, waarschijnlijk door een drang tot overcompensatie.” Hoe kunnen werkgevers overcompensatie herkennen? “Dat is lastig. Het komt neer op wederzijdse verantwoordelijkheid: de werkgever moet vragen hoe hij kan helpen en de werknemer moet aangeven wanneer iets niet lukt. In theorie klinkt dat eenvoudig, maar in de praktijk is het vaak ingewikkeld. Er heerst altijd een zekere terughoudendheid, vooral als je ergens nieuw bent en bang bent dat je contract niet wordt verlengd. Op de lange termijn is het belangrijk om open te zijn over zaken die je werk beïnvloeden. Je hoeft niet alles te delen, maar als iets je functioneren beïnvloedt, is het verstandig er wel iets over te zeggen. Want stel dat je reuma hebt en je vertelt dat niet. Als je dan in de problemen komt, hoe kan je werkgever je dan helpen met re-integratie?” Is er nog een taboe rond het bespreken van mentale gezondheid? “Dat is er zeker nog. Daarnaast wil niet iedereen op dezelfde manier benaderd worden. De één voelt zich prettig bij een informeel praatje bij het koffieapparaat, terwijl een ander liever een formeel gesprek aangaat waar hij zich op kan voorbereiden. Daarom is het van belang dat organisaties verschillende benaderingen aanbieden. Je kan niet verwachten dat je één keer per jaar een moment prikt en iedereen dan wel wil praten over de mentale gezondheid. Door meerdere mogelijkheden te bieden en een open cultuur te creëren, geef je werknemers de ruimte om te delen wat ze bezighoudt. Kijk, bij je eigen kind wil je ook graag op de hoogte zijn van hoe het gaat. Dat moet in een bedrijf niet anders gaan. Je kan niet verwachten dat je één keer per jaar een moment prikt en iedereen dan wel wil praten over de mentale gezondheid. Ik raad werkgevers aan voortdurend in gesprek te blijven. Vraag bijvoorbeeld: ‘hoe zit je in je energie?’” Iets dat grote impact heeft op iemands leven, en dus ook op het werk, is bijvoorbeeld mantelzorg. Dat kan een enorme druk leggen op iemand. “Ook dat is belangrijk om te bespreken. Er zijn regelingen die het mogelijk maken hier structureel tijd voor vrij te maken. Zo was er bij ons een werknemer die bij haar stervende moeder ging waken. Ze wist dat het niet lang zou duren, maar ook niet precies hoe lang. In zo’n situatie kan een werknemer gebruikmaken van een verlofregeling.” Ander voorbeeld: iemand valt uit door de stress van een langdurige verbouwing. “Dat ligt anders. Voor zoiets zouden werknemers eigenlijk vakantiedagen moeten opnemen. Als werkgever kun je natuurlijk een tegemoetkoming doen, maar dit valt niet meteen onder de verantwoordelijkheid van het bedrijf. Het blijft geven en nemen.” Net zoals in elke relatie. “Precies, dat vind ik wel een goeie.” Wat als iemand in het weekend bijklust en dus onvoldoende rust neemt? “Dat zien we soms in de bouwsector, waar werknemers in het weekend bijklusten voor familie of vrienden. Hierdoor werken ze in feite zeven dagen per week, wat hun risico op uitval verhoogt. Werknemers hebben een verantwoordelijkheid om goed voor zichzelf te zorgen, maar dat wordt vaak vergeten. Werknemers hebben een verantwoordelijkheid om goed voor zichzelf te zorgen, maar dat wordt vaak vergeten. Dat staat ook in de Arbowet. Bij een re-integratie is die zorgplicht heel helder: een werknemer moet werken aan zijn gezondheid. Doet hij dat niet, dan kan een werkgever na een jaar zeggen: we hebben alles geprobeerd, maar er is geen verbetering. Dan kan het dienstverband beëindigd worden.” Is mentale belasting te meten? “In stressvolle beroepen, zoals de ambulancedienst, worden maatregelen genomen om medewerkers te beschermen tegen de opeenstapeling van traumatische ervaringen. Maar in veel andere beroepen, zoals de jeugdzorg, die vaak met ernstig leed te maken krijgen, zijn zulke beschermingsmaatregelen nog niet ingeburgerd. In kantoorbanen zijn er helemaal geen keuringen voor mentale belasting. Daarom pleiten steeds meer experts voor meer meetbare criteria om de werkdruk inzichtelijk te maken.” Organisaties lijken steeds meer in te zetten op de fysieke en mentale gezondheid van werknemers, bijvoorbeeld door gezondere lunches en sportfaciliteiten. “Maar veel bedrijven lopen achter. Sommige hebben zelfs nog niet de verplichte Risico-Inventarisatie en -Evaluatie (RI&E) ingevuld, waarmee ook psychosociale risico’s in kaart worden gebracht.” In sectoren als de zorg, het onderwijs en de ICT zijn hoge stressniveaus eerder regel dan uitzondering. “Personeelstekorten spelen daarin een grote rol. Neem bijvoorbeeld de horeca: mijn zoon zoekt een stageplek als kok in Haarlem, een echte culinaire hotspot. Maar restaurants kunnen hem niet opleiden omdat ze te weinig personeel hebben. Zo blijft het probleem zichzelf in stand houden.” Een gebrek aan autonomie wordt vaak genoemd als oorzaak van stress en mentale klachten. “Maar wat vaak vergeten wordt, is dat sommige mensen juist beter functioneren met minder autonomie. Iemand die aan de lopende band werkt, zou zich verloren voelen in een flexibele rol bij het Trimbos Instituut, terwijl een Trimbos-medewerker gestrest raakt van de vaste routine aan de lopende band. In kennisintensieve bedrijven, waar succes moeilijk te meten is, vervaagt de balans tussen werk en privé. Werknemers weten vaak niet wanneer hun werk goed genoeg is, waardoor ze blijven doorwerken.” Hoe kunnen bedrijven hierop inspelen? “Dat is eigenlijk eenvoudig. Wees duidelijk over doelen en verwachtingen. Neem bijvoorbeeld een universiteit. Geef iemand die promoveert ieder jaar een concrete doelstelling, zoals het publiceren van een artikel, in plaats van een vaag doel zoals ‘binnen vier jaar promoveren’.” Gaat het ook om de balans tussen werk en herstel? “Ja. TNO heeft een meetinstrument voor herstelbehoefte. Een van de vragen is: ‘Heb je na je werkdag nog energie voor je thuisfront?’ Als je slecht scoort, loop je een verhoogd risico op klachten.” Veel mensen denken dat het normaal is om na een werkdag moe te zijn. “Dat hoort bij het werk, natuurlijk. Maar als je vijf dagen per week werkt en elke avond alleen maar op de bank wilt liggen, is dat slecht voor je gezondheid én voor je gezin. Dat is geen balans.” Zijn we nog zoekende naar de juiste aanpak? “Ja, en daarom wijs ik er zo vaak mogelijk op dat de burn-out-cijfers blijven stijgen. We moeten de urgentie om daar wat aan te doen voelen. Er moet écht iets veranderen.” Heb je nog een laatste advies voor werkgevers? “Onderschat niet dat werknemers in aanloop naar verzuim al ‘afhaken’. We noemen dat ‘grijs verzuim’. Mensen zijn dan nog op het werk, maar minder gemotiveerd en productief. Dat kost ook geld. Het loont dus om te investeren in preventie.” Lees meer over het bevorderen van mentale gezondheid op de werkvloer in dit kennisdossier van het Trimbos-instituut. Lees ook: Werkstress bij hybride werken even hoog als op kantoor Steun en openheid over psychische klachten op het werk cruciaal om verzuim tegen te gaan Is verbinding nog wel een middel tegen verzuim en verloop? stress, Trimbos Instituut, verzuim Print Over de auteur Over Juliette de Swarte Juliette de Swarte is redacteur van HRMorgen. Bekijk alle berichten van Juliette de Swarte
14-11-2024Nederlandse werknemers het minst last van werkstress, maar wel het vaakst op zoek naar nieuwe job