"Breng je organisatie verder"
SLUIT MENU

Wim Davidse: ‘De voorgestelde oplossingen voor onze stagnerende productiviteit zijn geen oplossingen’

In de eerste weken van 2025 is er alweer flink gepubliceerd en gesproken over de noodzaak om tot een sterkere groei van onze Nederlandse arbeidsproductiviteit te komen. De oorzaken zijn opgesomd, en de mogelijkheden, de adviezen, zijn doordacht en legio. Indrukwekkend. Maar niet okee, vindt hoofdredacteur Wim Davidse.

Hogere arbeidsproductiviteit hebben we keihard nodig

Sinds we met hoge economische snelheid aan corona zijn ontsnapt en vervolgens in een conjunctureel boemeltreintje terecht zijn gekomen, op een ondanks alles continu super krappe arbeidsmarkt, is het besef doorgedrongen: we moeten slimmer gaan werken, want zo redden we het niet meer lang. De lage werkloosheid in combinatie met de hoge arbeidsparticipatie en de vele vacatures maken duidelijk dat de mensen op zijn. En de vergrijzing moet nog vaart gaan maken. Dus we hebben in de komende jaren meer capaciteit nodig in de zorg, maar ook in de bouw, en voor het leger en voor de energietransitie. 

Maar meer werken en ook harder werken, dat zit er dus niet echt meer in. We moeten productiever worden per gewerkt uur, ofwel: onze arbeidsproductiviteit moet omhoog. En serieus meer dan de jaarlijkse fracties van de afgelopen anderhalve decennia.

Handenvol oorzaken van de stagnatie

Hoe gaan we dat voor elkaar krijgen, die trendbreuk in de ontwikkeling van onze arbeidsproductiviteit, die renaissance, die wederopstanding? Volgens goed gebruik wordt er dan eerst stevig geanalyseerd, en de oogst van de eerste paar weken van 2025 is indrukwekkend:

  • Sandor Gaastra (SG min EZ) in “Stimuleren productiviteit peloton verhoogt welvaart én beperkt herverdeling” in ESB: groeiende kloof tussen de prima productiviteit van de koplopers en het peloton van middenproductieve bedrijven, door niet-functionerende kennisdiffusie vanwege een verschuiving van materieel naar moeilijker kopieerbaar immaterieel kapitaal, vanwege beperkte absorptiecapaciteit en investeringsmogelijkheden, de strikte ontslagbescherming bij vaste contracten, de groeiende flexibele schil van personeel, een gebrek aan scholing tijdens het werkzame leven en het ontbreken van een leercultuur.
  • DenkWerk in “Kiezen én Delen”: negatieve structuureffecten gerealiseerd, richting een andere economische structuur van Nederland door verschuiving van werk naar sectoren met lage toegevoegde waarde.
  • TNO in “Arbeidsproductiviteit vitaal voor verdienvermogen – Oplossingen voor achterblijvende groei”: vergrijzing van de beroepsbevolking terwijl ouderen minder productief zijn, sinds 2010 minder geïnvesteerd, minder faillissementen vanwege lage rente en vervolgens coronasteun waardoor zombie-bedrijven zijn ontstaan die kapitaal en arbeid bezet houden die anders door starters gebruikt zouden kunnen worden, structuureffecten door groei van werk in sectoren met lagere toegevoegde waarde, nog eens versterkt door digitale platforms, de ICT-revolutie heeft nog nauwelijks productiviteitsverbetering opgeleverd, onder andere omdat de benodigde organisatieverandering niet eenvoudig is op te brengen en te realiseren, weinig spillovers van grote bedrijven naar het mkb (kennisdiffusie), mogelijkheden voor productiviteitsverhoging door offshoring zijn uitgeput, afnemende meeropbrengsten van R&D vergen steeds meer inspanningen en investeringen voor minder grote verbeteringen, relatief minder R&D in kleine nieuwe bedrijven, meer R&D gericht op (kostenbesparende) proces- in plaats van productinnovatie, einde van de inhaalbonus die na WO2 ontstond, private investeringen in R&D en innovatie blijven achter in Nederland, adoptie van innovatie bemoeilijkt door gebrekkige inbedding ervan in het onderwijs en door gebrekkige opleiding gericht op “upskilling”, doorgeschoten flexibilisering.

En bijna net zoveel oplossingen voor een hogere arbeidsproductiviteit

Na de benoeming van de oorzaken is het tijd voor het opsommen van oplossingen:

Ontwikkelen en inzetten van arbeidsbesparende en arbeidsondersteunende, human centred technologie, de inzet van AI, structuurverschuiving naar meer werk in sectoren met hoge toegevoegde waarde, leerrechten & leerplichten, handhaving van de wet tegen zzp-schijnconstructies, invoering van de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zzp’ers, kortere loondoorbetaling bij ziekte, vereenvoudiging en versoepeling ontslagbescherming, beperking concurrentiebeding, transitievergoeding oormerken als ontwikkelbudget, vereenvoudiging subsidieaanvragen voor het innovatie- en financieringsinstrumentarium van het ministerie van Economische Zaken, dat instrumentarium meer benutten voor het stimuleren van (proces)innovatie, sterk inzetten op de toepassing van technologische en sociale innovaties in de (mkb) praktijk en het vergroten van kennis spillovers met vaardigheden om een implementatieproces efficiënt te doorlopen, en continu leren en ontwikkelen en verhogen van de cross-sectorale mobiliteit op de arbeidsmarkt (‘upskilling en reskilling’).

Heel veel oorzaken, en heel veel oplossingen. In een paar korte zinnetjes waarschuwt TNO nog wel dat die human centred arbeidsbesparende en ondersteunende technologie goed moet zijn voor de kwaliteit van werk, dat het leidt tot goed en zinvol werk en medewerkers versterkt; dat is belangrijk voor werkgevers om medewerkers in een krappe arbeidsmarkt gemotiveerd te houden.

Nu nog de oorzaak van de oorzaken

Wat resteert na het lezen van de oorzaken en de oplossingen, en het even overpeinzen daarvan? Zijn de opsommingen volledig en gedetailleerd genoeg? Zijn alle denkbare of in ieder geval relevante perspectieven en dimensies belicht? Klopt het allemaal wel? Moet dit trouwens allemaal tegelijk worden aangepakt, of zit er een bepaalde volgorde in, of zijn er verschillende combinaties denkbaar? Moet sowieso alles, of is er de mogelijkheid van pick and choose? Gaat dit wel lukken? Waarom zou het trouwens nu allemaal wel eindelijk gaan lukken?

Ik denk niet dat de genoemde oplossingen de oplossingen zijn. Het zijn intelligente, logische oplossingen voor de genoemde oorzaken, zeker.  Maar de oorzaak van de oorzaken is nog niet benoemd. En dat moet eerst nog gebeuren, voordat er effectieve oplossingen kunnen worden bedacht, die vervolgens – en vroeger of later enthousiast – zullen worden uitgevoerd.

Welke diepere oorzaak ligt er onder de genoemde oorzaken. Welk systeem? Welk paradigma? Dat moeten we eerst opgraven, blootleggen en analyseren. Daar ga ik een volgende keer op in.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *