Wim Davidse 13 januari 2025 0 reacties Print Normale loonstijging in 2025 (en verder) alleen op disruptieve wijze haalbaarHet pleidooi van werkgeversvereniging AWVN voor loonmatiging plus productiviteitsverhoging is logisch, vindt hoofdredacteur Wim Davidse. Maar hoe is die combinatie haalbaar?In de eerste werkweek van 2025 meldde de werkgeversvereniging AWVN dat de in 2024 afgesloten cao’s nog steeds een sterke focus op loon hadden, met een gemiddelde stijging van 5,3%. Dat was minder dan de 7,1% stijging in 2023, maar nog wel historisch hoog. Het pleidooi voor normalisering van de loonstijging, in combinatie met meer aandacht voor slimmer werken en groei van de arbeidsproductiviteit, is logisch. Maar hoe is die combinatie haalbaar?Loon en productiviteit, geen sterk stelHet pleidooi van AWVN voor loonmatiging plus productiviteitsverhoging is logisch: de Nederlandse arbeidsproductiviteit staat onder druk – net nu de beroepsbevolking stopt met groeien, de arbeidsmarkt al superkrap is, en we honderdduizenden mensen nodig hebben voor ouderzorg, energietransitie, defensie, woningbouw en meer – terwijl de lonen tegelijk sterk stijgen. In de grafiek worden de twee variabelen gecombineerd weergegeven vanaf 1970.Sinds 2010 is er duidelijk sprake van een stagnatie van de arbeidsproductiviteit in Nederland (gemiddeld ongeveer +0,4% per jaar). Vanaf het begin van de jaren ’80 tot 2010 was de gemiddelde productiviteitsgroei ongeveer +1,2% per jaar. Maar vaak wordt er gewezen naar de wat de arbeidsproductiviteit betreft geweldige jaren ’70: gemiddeld +4,7% per jaar!Zo’n productiviteitsgroei, dat willen we graag nu ook weer!Tegelijk ontploften de lonen in de jaren ’70, met een top van +15,4% in 1974. Daarbij valt de +6,2% van gerealiseerde loonstijgingen, die door het CBS is gemeten, behoorlijk weg. Dat is natuurlijk iets anders dan de door AWVN gemeten loonstijgingen in de nieuw afgesloten cao’s. Die moeten nog in de praktijk komen.Doorgaans is de loonstijging in de 4 decennia tot de jaren ’20 een tikkeltje hoger geweest dan de productiviteitsstijging, maar dat was dus veel extremer in de jaren ’70 en in de afgelopen jaren.Loon vooral bepaald door krapte (macht) en kosten van levensonderhoud (inflatie)In een ideale economen-wereld bewegen de lonen met de arbeidsproductiviteit: als die groeit, is er ruimte voor stijging van de lonen. Maar de praktijk van de afgelopen decennia toont dat het zo niet werkt. Wat bepaalt dan wél de loonstijging?Als de werkloosheid laag is, dus de krapte van de arbeidsmarkt groot is, hebben werknemers en werkzoekenden een relatief sterke onderhandelingspositie – de lonen zullen stijgen. Vaak is in die omstandigheden ook de inflatie hoog (afgelopen december zelfs weer 4,1%!), en dat zal de werkers extra stimuleren in hun onderhandelingen.Ook nu is de arbeidsmarkt met een werkloosheid van 3,7% krap, en de verwachting is dat die krapte (een werkloosheid die lager is dan 5%) vanwege de vergrijzing voorlopig niet zal verdwijnen.En dus de loonstijgingen hoogstwaarschijnlijk ook niet.Inflatie helaas dan weer sterk beïnvloed door loonstijgingenNederland is sinds 1970 steeds meer een dienstenland geworden. Toen was de industrie nog belangrijk: goed voor bijna 24% van de werkgelegenheid, nu nog voor minder dan 8% – dus nog maar een derde van het toenmalige belang. Diensten (samen de tertiaire sectoren) en de publieke sector (de kwartaire sectoren) zijn veel belangrijker geworden. (De industrie is de belangrijkste sector van de secundaire sectoren, landbouw is een primaire sector.)Die diensten zijn volgens het CBS inmiddels goed voor dik 70% van de inflatie – logisch: de lonen, die bij dienstverleners makkelijk tweederde van hun totale kosten uitmaken, zijn fors gestegen, dus de dienstverleners zullen hun prijzen verhogen om hun rendement te kunnen behouden. Die prijsverhoging = inflatie. Werkers eisen daarom hogere lonen – et cetera.Het is helemaal niet uitgesloten dat een loon-prijsspiraal is ontstaanHet onderstaande overzicht van AWVN maakt duidelijk dat de uitdaging van (sterk) stijgende cao-lonen juist vooral in de hoek van de diensten- en de publieke sector zit. Het is dus, zoals we ook in onze 2025-vooruitblik constateerden, helemaal niet uitgesloten dat een loon-prijsspiraal is ontstaan. Bron: AWVNDisruptieve, drieledige aanpak voor productiviteitsverhoging nodigDe loonstijgingen nu sterk terugbrengen, of zelfs stoppen, lijkt dus geen haalbare ingreep. Zinvolle ingrepen zijn de volgende twee: arbeidsbesparende technologieën implementeren én (mede, maar zeker niet alleen daardoor) de arbeidsproductiviteit verhogen. Want dan worden de lonen een kleiner deel van de totale kosten, in ieder geval vóór loonstijgingen, die vervolgens minder impact hebben.Maar ja … de productiviteit in de dienstverlening en de publieke sectoren is notoir lastig te verhogen. Productiviteitsgroei lukt vooral goed in Industrie en Agrarisch, waar processen relatief eenvoudig kunnen worden gemechaniseerd, geautomatiseerd en gerobotiseerd, daarom werken daar ook steeds minder mensen – zonder dat die sectoren minder toegevoegde waarde leveren voor de Nederlands economie.De digitalisering, die in de jaren ’90 van de vorige eeuw begon en in de eerste twee decennia van deze eeuw op stoom kwam, heeft duidelijk (nog) geen boost aan de productiviteit gegeven. Zal AI dat straks wel gaan doen? Ook bij deze nieuwe technologie zijn de verwachtingen weer hooggespannen.Technologische innovatie is belangrijk, maar Aanstekelijk Werkgeverschap nog veel meerHet is goed mogelijk dat digitalisering en AI uiteindelijk voor een structurele stijging van de arbeidsproductiviteit gaan zorgen. Maar dat vereist wel drie serieuze ingrepen: de werkers moeten meedenken over de implementatie ervan; processen en organisaties moeten minder bureaucratisch, directief en star worden; en werkers moeten veel meer worden aangesproken en ingezet op hun krachten (persoonlijke skills en competenties), passies, ambities, drijfveren, inzichten en ideeën; veel meer betrokken, uitgedaagd en (immaterieel!) gewaardeerd worden.Technologische innovatie is dus belangrijk, maar Aanstekelijk Werkgeverschap nog veel meer! AWVN, MKB Nederland en VNO-NCW pleiten in hun Arbeidsvoorwaardennota 2024 dan ook terecht voor meer aandacht voor sociale innovatie – nu is het vooral zaak om dat belangrijke concept in de volgende Arbeidsvoorwaardennota veel meer dan één pagina (van de 40) ruimte te geven. Preach more, practice more. 2025, arbeidsproductiviteit, AWVN, loon Print Over de auteur Over Wim Davidse Bekijk alle berichten van Wim Davidse