"Breng je organisatie verder"
SLUIT MENU

Groei arbeidsproductiviteit vlakt in 50 jaar steeds verder af

De afgelopen 50 jaar neemt de groei in arbeidsproductiviteit af, met een duidelijke vertraging in de laatste 10 jaar. Dit blijkt uit cijfers van het CBS. De economische groei in Nederland komt voornamelijk door een toename van het aantal gewerkte uren, niet door een stijging in productiviteit.

In 2023 is de arbeidsproductiviteit met ruim -1,3% afgenomen ten opzichte van een jaar eerder. Dit is de op een na grootste daling in de afgelopen 50 jaar. Alleen tijdens de financiële crisis in 2009 was de afname in arbeidsproductiviteit groter met -2,2%. Dat blijkt uit cijfers van het CBS.

De laatste jaren groeit de arbeidsproductiviteit minder sterk dan de decennia daarvoor en deze vertraging van groei speelt in de meeste bedrijfstakken.

Vetraging in arbeidsproductiviteit

De arbeidsproductiviteit groeit de laatste jaren minder sterk dan de decennia daarvoor. De cijfers laten zien dat de arbeidsproductiviteit in de afgelopen 50 jaar meer dan verdubbeld is. Deze toename is vooral behaald tussen 1974 en 2013, gemiddeld met +1,5% per jaar.

De afgelopen tien jaar nam de arbeidsproductiviteit nog steeds toe, maar vertraagde met gemiddeld slechts +0,4% per jaar. De vertraging van de groei in productiviteit speelt in de meeste bedrijfstakken.

In 2023 nam de arbeidsproductiviteit af met -1,3% ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder (zie onderstaande tabel). De afname in productiviteit was alleen tijdens de financiële crisis in 2009 groter (-2,2%).


Arbeidsproductiviteit
De arbeidsproductiviteit van de totale economie bestaat uit de toegevoegde waarde per gewerkt uur. De productiviteit kan verhoogd worden door bijvoorbeeld de inzet van beter of meer ervaren personeel, meer machines of door innovatie.

In de sector dienstverlening groeit de arbeidsproductiviteit doorgaans minder sterk, omdat het bij deze bedrijfstakken lastiger is om technologie en innovatie toe te passen. Het aandeel dienstverlenende sectoren binnen de Nederlandse economie is de afgelopen 50 jaar steeds groter geworden.


Lagere productiviteitsgroei in meeste sectoren

In bijna alle bedrijfstakken vertraagde de arbeidsproductiviteitsgroei tussen 1974-2013 (periode 1) en 2014-2023 (periode 2). De grootste afname vond plaats in de landbouw en visserij (van +5% in P1 naar +1,2% in P2). De nummer één wordt opgevolgd door de financiële dienstverlening (P1: +2,4% > P2: +0,6%) en de industrie (P1: +3,4% > P2: +2,0%).

Binnen de overheid en zorginstanties was zelfs sprake van een daling in arbeidsproductiviteit na 2014 (P1: +0,7% > P2: -0,2%).

In de bouwnijverheid (P1: -0,4% > P2: +2,1%), zakelijke dienstverlening (P1: +0,5% > P2: +1,4%) en cultuur en recreatie (P1: -0,6% > P2: +0,6%) was de groei in productiviteit vanaf 2014 juist hoger dan de decennia daarvoor.

Bron: CBS

Toename gewerkte uren

De economie kan groeien als er meer uren gewerkt worden of als arbeid productiever wordt (meer toegevoegde waarde per gewerkt uur). De afgelopen tien jaar is de economie voornamelijk gegroeid door een toename van de gewerkte uren, en dus niet door meer arbeidsproductiviteit.

Na de Tweede Wereldoorlog is de arbeidsproductiviteit bepalend geweest voor de groei
van de Nederlandse economie. De daling zette in in de periode tussen 1974 en 1983. De productiviteitsgroei is in de laatste tientallen jaren steeds verder
afgenomen. Na 2014 lag de productiviteitsgroei duidelijk onder het niveau
van de periodes daarvoor.

Groei blijft achter in Europa

Ook in vergelijking met andere EU-landen loopt de groei in arbeidsproductiviteit de laatste tien jaar achter. Nederland staat met +0,4% onderaan de ranglijst. Maar vijf landen hadden een lagere groei of zelfs een krimp van de arbeidsproductiviteit. In Ierland groeide de arbeidsproductiviteit het sterkst, met gemiddeld +0,5% per jaar, gevolgd door Roemenië (+3,6%) en Letland (+2,6%).

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *