"Breng je organisatie verder"
SLUIT MENU

Handhaving schijnzelfstandigheid komt eraan. Veilig inhuren professionals kan, maar vraagt wel aanpassingen

Het handhavingsmoratorium voor de controle op schijnzelfstandigheid komt per 1 januari 2025 te vervallen. Wat voor gevolgen heeft dat voor HR-, recruitment- en andere staffuncties? Hoe kan je toch blijven werken met een flexibele schil zonder het risico op een stevige naheffing? Welke stappen moet je nu zetten. Daarover informeert Compagnon je met een whitepaper en een podcast.

Je hebt er ongetwijfeld al over gelezen in de pers. Het handhavingsmoratorium voor de controle op schijnzelfstandigheid komt per 1 januari 2025 te vervallen. Vanaf dat moment gaat de Belastingdienst weer actief controleren of ingehuurde zelfstandigen ook echt als zzp’er gezien kunnen worden. Zo nee, dan is er het risico op navordering van loonheffingen en sociale premies. In 2025 worden er – voor organisaties die aantoonbaar bezig zijn om grip te krijgen op schijnzelfstandigheid – nog geen boetes uitgedeeld, zo heeft het kabinet bekendgemaakt. De controles vinden ook alleen plaats vanaf 1 januari, dus niet met terugwerkende kracht.  

Vooral bij uitvoerende, operationele werkzaamheden die onderdeel uitmaken van de kernactiviteit van een organisatie, zal het een stuk lastiger worden om zzp’ers in te zetten. Maar rond staffuncties is er best nog veel mogelijk, zo leggen Coralie Elmont, directeur bij Compagnon en zzp-expert Hugo-Jan Ruts in een podcast van HRMorgen uit. Ze gingen daarover in gesprek met HRMorgen hoofdredacteur Wim Davidse.   

Veilig inhuren zelfstandig professionals

Wie ook na 1 januari 2025 veilig gebruik wil maken van zelfstandig professionals, zal nu wel goed moeten kijken naar zowel het beleid als de uitvoering rond inhuur. Zet een zelfstandig professional in vanwege de specifieke kennis die hij of zij heeft. “Je kunt prima de kaders bepalen van ‘wat’ er gedaan moet worden, maar geef ze ook de ruimte en vrijheid over ‘hoe’ ze de opdracht invullen. Kortom: vermijd werkinhoudelijke instructies”, zegt Ruts. “Huur een zelfstandig professional in voor een concrete – duidelijk omschreven – opdracht, met een specifiek resultaat en een duidelijk begin- en eindpunt. En dat is duidelijk anders dan bij een reguliere functie. Vermijd dus de situatie waarin je iemand alleen maar inhuurt voor een ‘tijdelijke functie’ of inzet voor ‘piek of ziek’. En werk met professionele interimmers die aantoonbaar hebben gekozen voor zelfstandig ondernemerschap.”

Stappenplan voor compliant inhuren

In de whitepaper ‘Veilig inhuren van interim-professionals’ staat een stappenplan dat beschrijft hoe om te gaan met huidige inhuur. Dat begint met het inzicht krijgen in wie er nu eigenlijk allemaal ingehuurd worden. Vervolgens zullen alle opdrachten beoordeeld moeten worden, conform criteria waarmee ook de Belastingdienst werkt. Kan iets overduidelijk gewoon door (‘groen’), kan iets overduidelijk niet meer (‘rood’) of is het nog niet helemaal duidelijk (‘grijs’)?

“Criteria om dat te kunnen beoordelen zijn helaas niet zwart-wit. Maar ze zijn nu ook weer niet zo vaag als soms gesuggereerd wordt. Ik denk dat organisaties best vaak weten wat echt niet kan”, stelt Ruts. Dat vraagt dan vaak om aanpassing van de contractvorm: in loondienst of wellicht detachering.  Bij ‘grijze’ opdrachten ligt er de mogelijkheid om omstandigheden zo aan te passen dat ze wel ‘groen’ worden. Zoals gezegd: zeker bij staffuncties zijn daar legio mogelijkheden. “Let wel: het gaat daarbij niet om iets cosmetisch veranderen. Het gaat om de praktijk.” 

Goed opdrachtgeverschap, goed werkgeverschap

“Er liggen hier ook veel kansen voor organisaties”, vindt Elmont. “Het vraagt om een gerichte visie: waarom huur ik in, waarom kies ik er voor om specifieke expertise binnen te halen en wat verwacht ik daarvan? Resultaatgericht dus.”  

“Omdenken dus”, vult Davidse aan. “Uit alle onderzoeken komt naar voren dat wie kiest voor het zzp-schap dat doet vanwege de autonomie. De aanscherping van de regels zorgt ervoor dat je zzp’ers die autonomie nu ook echt moet geven. Maar als je dan toch bezig bent: ook wie in loondienst werkt, wil autonomie. Dat is de manier om verloop van personeel te voorkomen.”  Zo liggen goed opdrachtgeverschap en goed werkgeverschap volgens Davidse dicht bij elkaar. 

Daarmee stipt Davidse ook aan dat de aanpak van schijnzelfstandigheid maar een onderdeel is van veranderende wetgeving rond de arbeidsmarkt. In de nabije toekomst kan je medewerkers ook geen nulurencontract meer aanbieden, moet je flexwerkers eerder een vast contract geven en veranderen de regels rondom de inhuur van uitzendkrachten en gedetacheerden. Voor het ontwikkelen van een toekomstgericht beleid op (extern) talent, is het van belang ook die bredere context te volgen. In deze whitepaper staat dat verder uitgelegd. 

Bekijk of beluister de podcast