"Breng je organisatie verder"
SLUIT MENU

‘Versobering 30%-regeling is slecht voor de toekomst van Nederland’

De geplande versobering van de 30%-regeling, een belastingvoordeel voor expats die helpt om buitenlands talent naar ons land te halen, is slecht voor de toekomst van Nederland. Dat blijkt volgens VNO-NCW en MKB-Nederland uit een nieuwe evaluatie.

“De geplande versobering van de 30%-regeling – een fiscale regeling die helpt buitenlands talent naar ons land te halen – is slecht voor de toekomst van Nederland,” zeggen werkgeversorganisatie VNO-NCW en MKB-Nederland naar aanleiding van een nieuwe evaluatie van de regeling die maandag verscheen.

Ingrid Thijssen, de voorzitter van VNO-NCW: “Voor het behoud van onze welvaart en goed betalende banen zijn juist innovatieve bedrijven, groot en klein, cruciaal. Zij concurreren wereldwijd om schaars toptalent, met name in technische vakgebieden. Ook andere landen trekken hard aan deze mensen. Zij kennen dit soort regelingen eveneens. De 30%-regeling is dan ook onmisbaar als we een echte kenniseconomie willen zijn. Anders worden we langzaamaan een museum.”


Extraterritoriale kosten en de 30%-regeling

Werknemers die vanuit een ander land naar Nederland komen om te werken, krijgen vaak een vergoeding voor de extra kosten van dat verblijf buiten het land van herkomst, de zogenoemde extraterritoriale kosten. Voor het vergoeden van die kosten kunt u kiezen: vergoeden van de werkelijke extraterritoriale kosten of onder voorwaarden toepassen van de 30%-regeling.


Ingrijpende daling aantal kennismigranten

De nieuwe evaluatie van SEO economisch onderzoek (in opdracht van het Ministerie van Financiën) laat zien dat de instroom van kennismigranten in ons land stevig daalt (15-20 procent) als de regeling – zoals gepland – verder wordt versoberd. Bij afschaffing raakt Nederland zelfs 30 tot 40 procent van de kennismigranten kwijt. En dat terwijl de evaluatie laat zien dat “het budgettaire effect van de regeling als geheel positief is.” Met andere woorden: de regeling levert ons land feitelijk meer op dan dat deze kost.

De geplande versobering van de fiscale regeling raakt de economie op meerdere manieren volgens de nieuwe evaluatie. Zo wordt het vestigingsklimaat minder aantrekkelijk. Ook leidt de maatregel tot een negatief effect op investeringen (“de motor voor toekomstige groei”). De evaluatie is ook kritisch over de vele aanpassingen in de regeling de afgelopen jaren.

Nederlandse regeling niet riant

Ten opzichte van andere onderzochte landen is het budgettair beslag van de regeling per gebruiker gemiddeld volgens de evaluatie. De Nederlandse regeling is dus niet riant, zoals vaak wordt beweerd.

“Als je de resultaten van de evaluatie leest is slechts één conclusie mogelijk: namelijk het niet afbouwen van deze regeling”, zegt Thijssen. “Afbouw van de regeling kost de overheid per saldo veel meer geld dan het oplevert en het is funest voor onze aantrekkelijkheid en toekomstige bedrijvigheid – dus banen en belastinginkomsten. Juist in een tijd waarin we al steeds verder achterop raken qua technologie en innovatie.”

Nu kunnen buitenlandse technici – en ander schaars talent dat hier niet voorhanden is – onder voorwaarden 5 jaar lang belastingvrij een vergoeding krijgen van maximaal 30% van hun loon. De Tweede Kamer heeft in het najaar besloten deze regeling ingrijpend te versoberen de komende tijd, nadat de regeling eerder ook al werd versoberd.

Afbouwen 30%-regeling teruggedraaid

Rob den Boer van Eastwing denkt ook dat het afbouwen van de 30%-regeling wordt teruggedraaid. “Onze verwachting op basis van het SEO-onderzoek is dat de versobering door de afbouw van 30-20-10 zal worden teruggedraaid. Wellicht dat er wel een wijziging zal plaatsvinden naar bijvoorbeeld 25% voor 5 of 4 jaar.”

“Verder verwachten wij dat de afschaffing van de partiële buitenlandse belastingplicht, een extra voordeel doordat er geen Box 3 inkomstenbelasting hoeft te worden betaald, blijvend zal verdwijnen.”

“In Europees verband zien we landen met vergelijkbare voordelen. Door de demografische ontwikkelingen, zullen wij arbeidskrachten en kenniswerkers van binnen de EU en buiten de EU keihard nodig hebben voor verdere economische groei en innovatie.”